Prehistorische akkers tussen Brink en Heiberg voorlopig beschermd als archeologische sites
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele heeft een zogenaamd celtic field tussen de Brink en de Heiberg voorlopig beschermd als archeologische site. Celtic fields zijn prehistorische akkers uit de ijzertijd, omringd door een wal. De overblijfselen van die prehistorische akkers konden aan de hand van lasers gedetailleerd in kaart gebracht worden.
De site van het Celtic Field complex van Brink-Heiberg getuigt van een intensieve ontginning van het landschap in de periode van de late bronstijd en ijzertijd. In het gebied zijn er daarom mogelijk archeologische structuren te vinden, zoals woon- en begraafplaatsen, akkers en resten van artisanale activiteiten. De gefossiliseerde staat van dit uitgestrekte prehistorische cultuurlandschap biedt dan ook het potentieel om de leefwijzen, ideeën en riten van deze periode te onderzoeken.
Een belangrijk aspect in dit verband is de uitgestrektheid van dit onder bos gelegen gefossiliseerde cultuurlandschap. Dankzij het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen zijn op verschillende andere plaatsen in de Kempen nog verschillende andere Celtic Field complexen gedetecteerd, die echter dikwijls van beperktere oppervlakte zijn en in meer versnipperde vorm zijn bewaard. Niet alleen op lokaal niveau, maar zelfs in vergelijking met de complexen gekend op supra-regionaal niveau (noordwest-Europa) zijn deze Celtic Field complexen over uitzonderlijk grote oppervlaktes bewaard gebleven.
Gezien de uitgestrektheid, goede bewaring en associatie met andere gekende archeologische sites en vondsten heeft het Celtic Field complex van Brink-Heiberg een zeldzame hoge representativiteit voor een ontginningslandschap uit de periode van de late brons- en ijzertijd.
De Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed beslist over een definitieve bescherming na een openbaar onderzoek dat het stadsbestuur zal organiseren, zodra de voorlopige bescherming in het Belgisch Staatsblad is verschenen. Zo heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren tegen de bescherming van het betrokken gebied als archeologische site kenbaar te maken.