Wat is sterkedrank?
Het antwoord op die vraag heeft niet alleen met het alcoholpercentage te maken, maar ook met het verschil tussen gegiste en gedistilleerde dranken.
Alle alcoholische dranken die meer dan 1,2 volumeprocent (% vol) gedistilleerde alcohol bevatten, zijn sterke dranken. Voorbeelden zijn wodka, rum, cognac, whisky, gin en jenevers, maar ook aperitiefdranken zoals pisang en passoa.
Als limonade of een andere niet-alcoholische drank wordt gemengd met een gedistilleerde alcoholische drank, wordt dat mengsel ook als sterkedrank beschouwd. Voorbeelden zijn alcoholpops en cocktails zoals whisky-cola, gin-tonic en mojito.
Alle dranken, ook niet-gedistilleerde, met een alcoholpercentage van meer dan 22 % vol zijn sterke dranken.
Wat is geen sterkedrank?
Bieren, wijnen en tussenproducten zoals porto en martini zijn gegiste dranken. Gegiste dranken worden pas beschouwd als sterkedrank als ze een alcoholgehalte van minstens 22 % vol bevatten. Dat kan je bereiken door bijvoorbeeld alcohol toe te voegen of de drank extra te laten gisten. Ook als een drank na de gisting wordt gestookt (distilleren), stijgt het alcoholpercentage en valt ze onder de gedistilleerde dranken. Zo is cognac bijvoorbeeld het distillaat van bepaalde witte wijnen.