Water: een kostbaar goed

Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat er water uit de kraan loopt. Maar aan water hangt een prijskaartje. De jaarlijkse waterfactuur bestaat uit een basistarief en een comforttarief.

Het basistarief geldt voor het basisverbruik. Dat is 30 m³ per wooneenheid en 30 m³ per gedomicilieerde bewoner. Een gezin van vier betaalt dus het basistarief voor 150 m³ kraanwater. Verbruikt het gezin meer dan 150 m³ kraanwater, dan is op dat extra verbruik het comforttarief van toepassing. En dat is dubbel zo duur als het basistarief.

Zuinig omspringen met het kraanwater, loont dus.

• Laat de kraan niet lopen bij het tandenpoetsen of bij het scheren.
• Verzamel vuile was tot u een volle wasmachine kan op zetten.
• Gebruik de ecostand op de (vaat)wasmachine.
• Draai de douchekraan dicht bij het inzepen: elke minuut die u minder lang doucht, bespaart u zo'n 10 liter water.
• Gebruik een douchebuddy (timer) tijdens het douchen, zodat u niet langer dan bv. 5 minuten onder de douche blijft staan.
• Let er bij de aankoop van nieuwe apparaten op dat ze waterbesparend zijn: douchekoppen, toiletten, wasmachine, afwasmachine ...
• Plaats een spaarkop in de douche of een spoelbak van de wc met 2 knoppen.
• Herstel lekkende kranen en spoelbakken van wc’s zo snel mogelijk.
• Een regenwaterput, aangesloten op de toiletten en de wasmachine, levert de grootste besparing op.

Blijft het waterverbruik hoog? Doe dan de lekcheck om een verborgen lek op te sporen. Voer de test uit wanneer er in de woning een tijdje geen water wordt verbruikt, zoals ‘s nachts. Schrijf de meterstand op. Gebruik die nacht geen toestellen die water verbruiken en spoel ook geen toilet door. Schrijf ’s ochtends opnieuw de meterstand op, vóór u opnieuw water gebruikt. Vergelijk de twee meterstanden met elkaar. Zijn de laatste cijfers veranderd? Dan heeft u wellicht een lek.